Baan reglement

Gedragsregels ten behoeve van de organisatie voor en de veiligheid tijdens de baantrainingen

  • Voorafgaand aan de training komen alle trainers die gebruik maken van de baan bij elkaar om afspraken te maken over het baangebruik van die avond. Spreek af waar je de warming up wil gaan doen en welke banen je wil gebruiken. De afspraken over de verdeling van de baan hebben als uitgangspunt:

Snelle groepen lopen in de binnenste banen, rustige groepen in de buitenste.

  • Wedstrijd- en C-groep;   Baan 1 en 2  (baan 1 tempo, baan 2 uitlopen)
  • B-groep                                  Baan 3 en 4 (baan 3 tempo, baan 4 uitlopen)
  • A-groep                                  Baan 5 en 6 (baan 5 tempo, baan 6 uitlopen
  • Sprinters                                Afgezet baan 5 en 6 (A-groep schuift dan naar baan 3 en 4)
  • Trainers informeren hun loopgroepen over de gemaakte afspraken en zorgen ervoor dat deze nageleefd worden
  • Maak je tijdens de warming up gebruik van de hoogspringaanlopen, ruim dan je materialen direct op, zodat er gesprongen kan worden
  • Atleten en trainers communiceren respectvol met elkaar
  • Trainers spreken geen atleten van een andere groep aan, maar bespreken dit met de trainer van de desbetreffende groep
  • Blijf in de banen die door je trainer zijn aangegeven
  • Loop zoveel mogelijk achter elkaar
  • Hou je aan de looprichting (tegen de klok in)
  • Teruglopen alleen aan de buitenkant van de baan
  • Houd rekening met lopers achter je en wees voorzichtig bij het wisselen van baan
  • Wil je inhalen? Roep hard en duidelijk ‘BAAN!’
  • Hoor je ‘BAAN’ roepen wijk dan uit naar rechts
  • Loop niet in de sprintbanen als deze zijn afgezet
  • Bij een gele werpvlag op het veld, veld niet betreden